• Kuulengat, Molenhoek

Seizoen 1981 t/m 1990

1990

Prins Adrie 1
Prins Adrie 1
1989 – 1990

Wij, Prins Adrie d’n Urste,
Bij de gratie van de Meulenwiekers, regeerder over heel het Kuulengatrijk
en in het bijzonder over de Lindenlaanse treinen en terreinen,
Geboren op de Moockerhei, maar wel lang na de slag,
Beheerder van de grote trom,
Jager op kleiduiven, zowel hoog- als laagvliegend,
Lezer en zanger van Gregoriaanse noten,
Bouwer van geprezen en geprijsde carnavalswagens,
Erkend rauzer op de gymclub.
Laten alle inwoners van Kuulengat weten:

dat wij als Adjudant hebben weten te strikken de hoog opgeschoten Voorzitter van
de Meulenwiekers: Eric Reintjes;
dat mijn gevolg zal worden gecompleteerd met de lieftallige Pages Yvonne en Ilona;
dat wij ons verzekerd weten van de onverdeelde steun en inzet van de Senaat van de Meulenwiekers;
dat wij rekenen op de steun en de kennis van de O.K.P., die wij als deskundig orgaan in prinsenzaken erkennen;
dat wij de muzikale begeleiding toevertrouwen aan hofkapel de Meulenbloazers wiens muzikale kwaliteiten
altijd ons oor en ons vertrouwen hebben.
En proclameren:

Ten eerste:
Dat wij er op zullen toezien dat er in de optocht van dit seizoen geen skibanen meerijden, zodat daar ook geen mens van af zal kunnen vallen.

Ten tweede:
Dat alle wegen in Kuulengat met de Carnaval eenrichtings-verkeer zullen worden en wel zo dat iedereen wel naar de Wieken toe kan, maar niet meer terug.

Ten derde:
Dat de spoorlijn met de Carnaval zal worden omgelegd, zodat jullie Prins, als goed voorbeeld, met het openbaar vervoer naar de Wieken kan.

Ten vierde:
Dat tijdens mijn regeerperiode de kleiduiven niet aangeschoten mogen worden; voor Kuulengatters en Kuulengatterinnen gelden andere regels.

Ten vijfde:
Dat er in de Wieken zoveel gehost, gedanst en gesprongen zal worden dat er daar meer aan bodytherapie wordt gedaan dan in de nieuwe academy.

Ten zesde:
Dat alle ontspoorde polonaises door de Senaat weer op de rails zullen worden gezet.

Ten zevende:
Dat de optocht net als andere jaren onze speciale aandacht heeft, maar dat wij dit jaar buiten mededinging mee zullen doen.

Ten achtste:
Dat wij zullen proberen ervoor te zorgen dat de “Alde Wieven” en de ouderen van Kuulengat ook dit jaar weer de aandacht krijgen die ze verdienen.

Ten negende:
Dat we deze Carnaval geen mens zullen vergeten, maar dat we alleen die mensen kunnen onthouden die erbij geweest zijn.

Ten tiende:
Dat we de carnavalsjeugd van Kuulengat een warm hart toedragen, omdat zij de machinisten van de carnavalstrein van de toekomst zijn.

Ten elfde:
Dat mijn regeringsperiode zal staan in het teken van de Trein,
omdat die altijd maar doordendert, net als de polonaises van dit seizoen.

Prins Adrie 1 Onderscheiding
Prins Adrie 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1990
Onderscheiding Meulenwiekers 1990

1989

Prins Rinus 1
Prins Rinus 1
1988 – 1989

Wij, Prins Rinus den Eerste,
een naam om niet te verleren,
Bij de gratie van de ” Meulenwiekers” geroepen om Kuulengat ter regeren,
Hebben deze eervolle status met plezier geaccepteerd,
Door Adjudant Ton en zijn Pages geassisteerd.
Prins Rinus, vastenaovend feestneus in hart en nieren,
Laat iedereen in Kuulengat Carnaval vieren.
Komende van de lichtstad uit het zuiden van het land,
Steekt regelmatig een sigaar in de brand.
Is bij Eendracht een gezien figuur,
En staat als elftal leider mee aan het stuur.
Bouwer van electronische componenten,
Maakt biljart-telramen voor weinig centen.
Heeft in de Essenhof zijn stekkie staan,
Zal maandelijks trouw naar het rikken gaan.
Proclameert in ieders belang, ongeacht stand of rang
Het protocol voor de drie dolle dagen, waardoor het Carnaval weer geweldig zal slagen:

Ten eerste:
Iedereen zal het duidelijk horen,
Kuulengat gaat nooit verloren;

Ten tweede:
De Meulenbloazers, hofkapel van alle prinsen,
Toeteren ook bij Rinus voor alle Kuulengatse minsen;

Ten derde:
Wij draaien Kuulengat weer helemaal om,
Want op zien kop staan kiekt zo stom;

Ten vierde:
De Dames van de Vrouwenvereniging, zowel de nette als de frivole,
Zorgen ook in mijn ambtsperiode weer voor de jaarlijkse gladiolen;

Ten vijfde:
De optocht moet worden als nooit tevoren, daar mag geen Kuulengatter zich aan storen,
En lukt dat niet, nou wat heet maf, dan huren we die van Groesbeek af;

Ten zesde:
Een “Ouwehand” is gauw gevuld, daarom gaan wij met wat geduld,
Een dierentuin in de Kuil realiseren, in plaats van er bejaarden te deponeren;

Ten zevende:
De ouderen en de jeugd, delen met ons in de vreugd,
Zoals het altijd is geweest, met disco, kinderzitting en bejaardenfeest;

Ten achtste:
Het jongerenkoor blijven wij stimuleren, want oud kun je doen door jong te leren,
En graag geven wij vrij baan, voor het Jeu de Boules in de Jonkerlaan,
Intussen zijn wij ook verblijdt, met de geboorte van een Herensociëteit,
Wij steunen dat van harte maar zien wel aan, dat achter “Heren” ook echte heren staan;

Ten negende:
Tijdens mijn gehele regeringstermijn, zal de “Wieken” weer een feestbolwerk zijn,
En met een heel nieuw dak boven ons hoofd, voor ieder open staan wie in Carnaval geloofd;

Ten tiende:
Laat de lege kleuterschool weer gaan functioneren,
Als instituut om nieuwe Meulenwiekers het vak te leren,
Zonder Raad van Elf en enthousiaste Senatoren,
Gaat in Kuulengat het Carnaval verloren,
Beter in Molenhoek keien in de carnavalsgein,
Dan in Mook op het Raadhuisplein;

Ten elfde:
Wensen wij alle narren en narrinnen ook namens Pages en Adjudant,
Een grandioos Carnaval met symbolisch in de hand,
Een bouwsteen van Nederlands fabrikaat,
Ten teken dat in Kuulengat het Carnaval voortbestaat,
En het motto van onze keuze,
Geven wij de toepasselijke leuze:
” Met Carnaval een blij Gezicht,
Al stoppen ze Kuulengat Potdicht “.

Prins Rinus 1 Onderscheiding
Prins Rinus 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1989
Onderscheiding Meulenwiekers 1989

1988

Prins Luc 1
Prins Luc 1
1987 – 1988

Wij, Prins Luc de Eerste,
Prins Carnaval van Kuulengat,
Bij de gratie van de Meulenwiekers Kuulengatter sinds 11 jaar,
Bewoner van de Stiftstraat,
Medebestuurder aldaar van het eigen zotte wereldje,
Kijker naar sportieve activiteiten,
Beschermheer van het illustere gezelschap ” S.O.A.P.”,
Grootcententeller bij Eendracht,
Waker over boeken en tijdschriften,
Ordeschepper in netwerken,
Enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts, … ,
Laten alle onderdanen van Kuulengat weten:

Dat tot mijn persoonlijke Adjudant is benoemd de zeer slagvaste ex-trommelaar van ” De Meulenbloazers”,
de altijd vriendelijke en toch strenge Hoogwelgeboren Heer Ben Herings;
Dat aan mijn kabinet zijn toegevoegd de meest te kussen Meulenwiekerinnen, de goedlachse en toch ernstige Pages, de zusjes Elly en Lianne;
Dat wij ons verheugen over de bescherming van de O.K.P.;
Dat wij vast en zeker rekenen op de geweldige steun van de Senaat van de Meulenwiekers;
Dat wij bovenal de muzikale begeleiding zeer graag toevertrouwen aan onze eigen hofkapel ” De Meulenbloazers”;
Dat wij reuze in onze sas zijn met de terugkeer tijdens de Carnaval van ons hoforkest ” De Leutteuters”;
En maken bekend:

Ten elfde:
Dat mijn regeringsperiode in het teken staat van de clown onder het mom “’t ondersteboven”;

Ten tiende:
Dat wij samen met de Jeugdraad en de jongeren drie onwijs gave dagen meemaken;

Ten negende:
Dat wij de ouderen en zieken in Kuulengat een stukje feestvreugde brengen;

Ten achtste:
Dat Carnaval een feest is voor gekken en zotten: wie thuis blijft is niet wijs;

Ten zevende:
Dat Carnaval het feest is van de tijdelijk omgekeerde wereld, want 3 dagen regeren over gekken en zotten is gemakkelijker dan 362 dagen regeren over mensen, die zich wijs voelen;

Ten zesde:
Dat de jaarlijkse gemeentelijke wanorde in 3 dagen dient te herstellen met het nieuwe trefwoord “ter sprake”;

Ten vijfde:
Dat tijdens Carnaval iedere Kuulengatter verplicht is het alledaagse masker af te zetten, want bij ieder gezicht past een glimlach;

Ten vierde:
Dat tijdens Carnaval overschrijding van de Wet op de Geluidshinder in mijn prinselijke residentie “De Wieken” is toegestaan;

Ten derde:
Dat wij ook de politie een clownesk Carnaval gunnen, dus “Glaasje op, laat je rijden”;

Ten tweede:
Dat ieder clown Kuulengat van de andere kant bekijkt, want een dag waarop niet gelachen wordt is een verloren dag;

Ten eerste:
Dat wij het carnavalsseizoen 1987-1988 openen en dat wij alle Meulenwiekerinnen en Kuulengatters, maar ook alle Meulenwiekers en Kuulengatterinnen veel gein en in het bijzonder veel leut(h) wensen onder mijn motto:
” Zet Kuulengat op z’n Kop,
pas met Aswoensdag houdt ’t op! “

Prins Luc 1 Onderscheiding
Prins Luc 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1988
Onderscheiding Meulenwiekers 1988

1987

Prins Baer 1
Prins Baer 1
1986 – 1987

Wej, Prins Baer d’n Eerste,
Bej de grasie van alle Meulenwiekers en hunne Gratiën,
Afstammelingh van het Hof van Hulst des Keizers,
Aldaor Groëtheerser euver zien eige Berkekuul,
Ridder as ’t um te pas kump en auk van ’t Groët Kruus van den Baer,
Geheim Kamerheer van alle Meulenwiekerinnekes,
Groëtmeister van alle derde helften in tennis- en hockeywedstrieden,
Leefhebber van alles wat zich bewaegt in de natuur,
Kommandeur van verscheijene orders die uut geldgebrek, neet tegenstaonde de te ver deurgevoerde bezuniginghe, neet hebben kunnen weerde ingesteld, etc., etc., etc.,
Aan allemaol, die dit zulle lèze of hure, make wej ons Presidiaal Compliment.
Doon te weete:

Alzo wej in aanmerkingh hebben genômme dat Vastelaovend binne weinige dage zal arriveere, effe naodat de kruutdamp van ’t nieje jaor is opgetrokken.
Euverwégende dat onzen eige astrologant hèt belaofd te zulle zorgdrage dat in de Vastelaovenddage en nâchte good weer en zelfs euverdaags zonneschien einvalt, neettegenstaonde dat het in Nimwège en Malden zó kalt zal zien, dat me er zich in de hand zal blaoze.
Gehuurd hebbende het verlanghe van zien onderdane en op advies van onzen eige Hoëghe Raod van Elf,
inhaldende dat de Vastelaovend is eingesteld um de wieze te vermaeke en de gekke te amuseere.
Hebben good gevônde en dekreteere:

Ten eerste:
Dat tot mien persoonlik Adjudant is verhève, de man die haost elf jaor haet staon kieke hoe het héj toe geet, het Hoëgh Geëerd Lid van de Senaat, barstensvol capaciteite, organisator in hert en niere,
Ridder in de Ritselareij, de Hoëgh Wellustige Heer Otto Schmidt.

Ten tweede:
Dat aan mien Kabinet würd toegevoegd de meist geléefde, benijde en begearde bruudjes, de Meulenwiekerinnekes, mien Pages Iris en Elly.

Ten derde:
Dat de Prins en zien gevolg de ganse Vastelaovend vergezeld zulle worden deur een aantal energieke, vindingrieke, enthousisaste en uutbundige Meulenwiekers verzameld in de Senaat en in de Raod van Elf en … dat dit Illuuster Gezelschap zal staon onder de voortvarende leiding van ons aller President Hans Rikken.

Ten vierde:
Dat de nimmer aflaotende, grandioze muzikale begeleiding, zoals elk jaor weer, zal geschieden deur
onze eige onvolprezen Meulenbloazers, die zich zoals altiëd zullen manifestére op alle in- en uuttochte van den Prins en ziene aanhang, waorbéj steeds de Limburgse Carnavalsleedjes de baovetoën zulle viere.
En dekreteere auk:

Ten vijfde:
Dat mien Regeringtiëd in het teiken zal staon van den “BAER” onder het motto:
“Weer of gèn weer, zonder Prins Baer, geit ’t neet meer”.
Hèt de baer zien winterslaop uut, dan geit-e op jacht nao zien bruud.

Ten zesde:
Dat ’t neet meer zo lang zal duren dat de Keizershof Prinsenhof zal werde geneumd, wat natuurlik wel een achteroetgank beteikent.

Ten zevende:
Dat ik de alde Prinsen benijd, umdat zej ’t al achter de ruhg hebbe.

Ten achtste:
Dat alle leedje mee gezongen zull werde!

Ten negende:
Dat Otto er zich ’t volgend jaor neet zo in zal laote luuze!

Ten tiende:
Dat degene die een Meulenwiekerszitting ziet of huurt, neet mot meine dat hej daor wiezer van wuurd!

Ten elfde:
Dat wej thans ’t Carnavalsseizoen 1986-1987 veur geopend verklaore en ederein veel plezier toewinse onder het motto: ” Zonder belke van Prins Baer, geit ’t auk al neet meer ! ” Want … As ederein ein belke droog, as hae wat had gedaon,
Dan kwame weej heej allemaol, gekleurd d’r op te staon.
As ederein ein belke droog en as det belke ging,
Dan klônk det dingk den gansen daag van tingelingeling. (2x)pas met Aswoensdag houdt ’t op! “

Prins Baer 1 Onderscheiding
Prins Baer 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1987
Onderscheiding Meulenwiekers 1987

1986

Prins Ger 1
Prins Ger 1
1985 – 1986

Wij, Prins Ger d’n Urste,
bij de gratie van de President en de Senaat van de Meulenwiekers, onder bewaking van adjudant Piet en onder toeziend oog van Sandra en Diana, en bijzonder beschermd door Miene Engelbewaarder Paul,benoemd tot Prins Carnaval 1986 van het Kuulengat met de volgende titels:
Prins van het Kuulengat,
Baron van de Bongerd,
Ridder van de Lier,
Beschermheer van de Bovensteweg tot Beukenlaan en alle andere lanen en racebanen,
Rentmeester van Bethanië en van al het wild, behalve van de nonnen,
Leenheer van alles wat de gemeente zelf wil houden,
Bewaarder van stoom, warm en koud water;
Wij laten weten:

dat we bijzonder onder de indruk zien van de manier waarop we in het Kuulengat door de Meulenwiekers benoemd zien. dat het -na zo’n ontvangst- zeker ’n groteske Carnaval zal worden en dat we d’r nou al naar uutzien om iedereen op de Prinsenreceptie persoonlijk de hand te schudden.
dat de Meulenbloazers nou al bewezen hebben – op informele bijeenkomsten (nee, geen stiekeme of achterbakse) – dat het een geweldige hofkapel is die niet te overtreffen is in het muziek maken en in het “dreuge kelen spuulen”. dat de twee nieuwe pages Sandra en Diana waardige opvolgsters zijn van de pages Ans en Henriëtte, die bijna niet te overtreffen waren deur hun jarenlange ervaring.
dat nou al gebleken is dat miene Engelbewaarder veul te doen zal kriegen met Carnaval en dat ge steeds maar goed moet terugdenken aan wat hij – zittend op z’n heilig paard – verkondigde:
“Hedde met de Carnaval problemen,
schup dan niet tegen mekanders schenen.
Raadpleeg liever ouwe Engelbewaarder,
die is beter dan de beste psychiater.”
Dat het ons tenslotte goed liekt dat ge allemaal weet wat ik voor de komende Carnaval verordend heb, nl.:

Ten eerste:
Dat er tijdens Carnaval ’s nachts geen tied is van gaan,
maar dat ge ’s avonds nie vroeg genoeg ien de zaal kunt staan!

Ten tweede:
Dat ge tijdens Carnaval nie ien hoeft te zitten over oewe hond of oewe kater;
bel vur de verzorging gerust een senator!

Ten derde:
Dat, al doe de tijdens Carnaval nog zo gek op straat,
het nie gekker kan dan ien de Mokse gemeenteraad!

Ten vierde:
Dat we ien het Kuulengat liever gladiolen zien dan autowrakken;
laat ze die mar liever ien Mook neerkwakken!

Ten vijfde:
Dat iedereen meeduut dit jaar, hou Carnaval ien ere;
de kleintjes moeten het van de grote lere!

Ten zesde:
Dat ge tijdens d’n optocht nie achter de ramen mot blieven staan;
na afloop motte immers toch naar de Wieken toe gaan!

Ten zevende:
Dat ge, als ge na Carnaval nog verder uut wilt kuren,
ge bij de gemeente daarveur ene splinternieuwe winkel kunt huren!

Ten achtste:
Dat het ien het Kuulengat aan de gemeente wordt verbooien,
voor welk nieuw huus dan ook, nog ene boom te rooien!

Ten negende:
Dat wij voordat Gijsen ene nieuwe pastoor had aangesteld,
Piet Heisen als kandidaat bij hem hadden aangemeld!

Ten tiende:
Dat wij, tijdens datzelfde gesprek met Gijsen zien overeengekomen,
dat er tijdens Carnaval vur mien ene speciale Engelbewaarder naar het Kuulengat zou komen!

Ten elfde:
Ik stel hem oe veur en zeg miene laatste zin:
” Zin of gin Zin, de Beuk gaat erin ! “

Prins Ger 1 Onderscheiding
Prins Ger 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1986
Onderscheiding Meulenwiekers 1986

1985

Prins Maerten 1
Prins Maerten 1
1984 – 1985

Wij, Prins Maerten de Eerste,
Bij de gratie van de Meulenwiekers, nog niet zo lang geleden geboren in het Kuulengat,
Bewoner van de Stationstraat,
Aldaar grootheerser over het ” Viermädelhaus”
Hooguitverkoren Hertog van het vermageringsdieet
Hoogluchtig Vorst van de Wieken
Grootmeester in de tennissport
Ridder van pincet en penseel
Jonkheer buiten dienst enz., enz., enz.,
Aan alle Meulenwiekers en Meulenwiekerinnen, in het Kuulengat, op de Mookerhei of waar ter wereld: Alaaf!

Maken bekend:
Dat tot mijn persoonlijk Adjudant wordt benoemd, de man met 11 jaar carnavalservaring als lid van de Senaat en de Raad van Elf, de man met de meest bekende lach van ’t Kuulengat, Ritmeester op de zeilboot, tevens Roofridder te paard, de Hoogwellustige Heer Tom Covers;
Dat aan mijn gevolg worden toegevoegd de meest bekeken, de meest benijdde, de meest gekuste en de meest begeerde Meulenwiekerinnen, mijn Pages Ans en Henriette;
Dat wij tijdens onze rondtochten vergezelt worden door een aantal energieke en vindingrijke Meulenwiekers, verzameld in de Senaat en de Raad van Elf, dit onder leiding van onze President Hans Rikken; Dat wij ook dit jaar kosten noch moeite gespaard hebben om verzekerd te zijn van een grandiose muzikale begeleiding door onze onvolprezen hofkapel, onze eigen ” Meulenbloazers”.
En verordenere:

Ten eerste:
Dat mijn regeerperiode in het teken zal staan van de Snoeshaan, dit onder het motto: ” Elke Snoes vindt wel een Haan”.

Ten tweede:
Dat tijdens de carnavalsdagen het bestuur over het Kuulengat door mij van de Burgemeester en de Wethouders wordt overgenomen en dat ” B & W” dan de afkorting is van ” Buiten Werking”.

Ten derde:
Dat tijdens de Carnaval wij allemaal gelijk zijn, maar dat de ene nu eenmaal meer gelijk is dan de ander.

Ten vierde:
Dat Carnaval een spel is en dat iedereen die naar de zin en het nut ervan vraagt, niet meer mee mag doen.

Ten vijfde:
Dat tijdens mijn regeerperiode de Vasten wordt afgeschaft, maar de Carnaval verplicht gesteld.

Ten zesde:
Dat iedereen zich in de carnavalssfeer moet laten meeslepen, omdat het toch niet is tegen te houden, net als de hik, het zuur en kippevel.

Ten zevende:
Dat elke vrouw die rood wordt, groen is.

Ten achtste:
Dat we ons goed moeten bedenken: ” Zo de Haan kraait, snoest zijn Snoesje”.

Ten negende:
Dat nu in de Stationstraat al twee (oud)Prinsen wonen, en ’t Kuulengat toch geen station meer heeft, deze straat wordt omgedoopt tot ” Prinsenstraat”.

Ten tiende:
Dat wat in het vet zit, niet verzuurt.

Ten elfde:
Dat wij het carnavalsseizoen 1984-1985 voor geopend verklaren en dat wij iedereen veel leut en veel lol toewensen onder het motto:
” Vier Carnaval in ouw Kieleke,
en doe mee met heel ouw Zieleke “.

Prins Maerten 1 Onderscheiding
Prins Maerten 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1985
Onderscheiding Meulenwiekers 1985

1984

Prins Rudi 1
Prins Rudi 1
1983 – 1984

Wij, Prins Rudi de Eerste,
Gekozen bij de gratie van de ” Meulenwiekers” tesamen met mijn Adjudant Jo en de Pages Henriette en Ans, Proclameren:

Ten eerste:
Dat dit 13-de Carnavalsjaar in het teken van de Pisang zal staan, in de hoop dat niemand over de schillen een slippertje zal maken.

Ten tweede:
Dat jullie dit jaar een Prins hebben uit een adelijke hoek, te weten, Jonkerlaan – Keizershof – Koningslaan.

Ten derde:
Dat de Singel tijdens deze regeerperiode omgedoopt zal worden in ” Pisang-Allee” en de Middelweg in ” Twee Prinsenweg”.

Ten vierde:
Dat 1984, ’n schrikkeljaar, in het Kuulengat alleen wil zeggen dat de vrouw schrikkelijk veel te zeggen heeft.

Ten vijfde:
Dat iedereen, iedereen gaat ophalen, dan weten we zeker dat iedereen er is.

Ten zesde:
Dat ’n goeie Kuulengatter z’n eigen blauwe zône kent.

Ten zevende:
Dat het gebruik van knoflook in ons energie bewuste Kuulengat niet is toegestaan, daar er anders, vanwege de in acht te nemen afstand, teveel warmte verloren gaat.

Ten achtste:
Dat wij in samenwerking met de Jeugdprins of -prinses zullen trachten er ook dit jaar iets leuks van te maken.

Ten negende:
Dat ook dit jaar de Wieken op zijn grondvesten zal dreunen.

Ten tiende:
Dat vanwege de bezuinigingen dit jaar ’t publiek langs d’n optocht trekt, in plaats van d’n optocht langs ’t publiek

Ten elfde:
Dat wij bij deze het Carnaval 1983-1984 voor geopend verklaren en iedereen een seizoen vol leut toewensen, onder ons motto:
” Breng elkaar naar Huis, dan is iedereen weer Thuis “.

Prins Rudi 1 Onderscheiding
Prins Rudi 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1984
Onderscheiding Meulenwiekers 1984

1983

Prins Toon 1
Prins Toon 1
1982 – 1983

Wij, Prins Toon de Eerste,
Bij de gratie van de Meulenwiekers,
Knutselaar van de Middelweg,
Drinker van kleine glaasjes,
Werker van het eerste uur,
Opgevoed en gevormd in het Rijk van de Braoiers, enz., enz., enz.,
Laten het volgende aan de onderdanen van Molenhoek weten:

Ten eerste:
Toon u een waardige Meulenwieker tijdens de Carnaval, dit om moeilijkheden te voorkomen.

Ten tweede:
Om mijn taak als Prins te verlichten en mij te vergezellen op mijn tochten staan aan mijn zijde: de kundige en plichtsgetrouwe Adjudant Luc en de lieftallige Pages Ans en Henriette.

Ten derde:
Ons Hoforkest de Leutteuters en onze Hofkapel de Meulenbloazers zullen ons met hun muziek door de Carnaval sleuren.

Ten vierde:
Natuurlijk doen wij met z’n allen weer mee aan de optocht.

Ten vijfde:
Drink een goed glas bier tijdens de Carnaval,
maar dan wel uit een klein glaasje zoals ik gewend ben.

Ten zesde:
En wij wensen de Jeugdprins of -prinses met zijn of haar gevolg en de hele jeugd van Molenhoek een heel fijn Carnaval toe. Dat de Seven-Up rijkelijk moge vloeien.

Ten zevende:
Ook de bejaarden en zieken zullen wij niet vergeten op onze tochten.
Problemen of vragen in de carnavalsdagen? Kom er gerust mee bij mij.

Ten achtste:
Rust is niemand gegund in de komende maanden. Rust maar uit op aswoensdag.

Ten negende:
Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Dus mond dicht en bek open.

Ten tiende:
Nergens wordt het Carnaval zo uitbundig gevierd als in mijn vorstelijk onderkomen de Wieken; deze burcht van zotheid zal in die dagen weer dampen van bierluchten en wat diens meer zij.

Ten elfde:
Sluitend met mijn motto voor de Carnaval 1982-1983 :
” Vuul de Carnaval tot in de Töpkes van oe Tenen”.

Prins Toon 1 Onderscheiding
Prins Toon 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1983
Onderscheiding Meulenwiekers 1983

1982

Prins Piet 1
Prins Piet 1
1981 – 1982

Wij, Prins Piet de Eerste,
Bij de gratie van de jubilerende 11-jarige carnavalsvereniging “de Meulenwiekers”, geven de volgende regeringsverklaring uit, waaraan iedereen zich natuurlijk houdt:

Ten eerste:
Met Carnaval geven wij vrijbaan aan mijn Adjudant Luc en de Pages Henriette en Ans.

Ten tweede:
Mijn hofkapel “de Meulenbloazers” zal ons dit jaar weer door vele hoogtepunten heen blazen.

Ten derde:
De Jeugdprins of -prinses zullen we helpen waar we kunnen, zodat we er samen ook voor de jeugd een goed jubileumseizoen van kunnen maken.

Ten vierde:
Ook de nieuwste Molenhoekse vereniging, nl. die van de Ouderen en Alleenstaanden, zullen we zeker in ons programma opnemen.

Ten vijfde:
Het zal in de toekomst niet zo zijn, dat elke adjudant het jaar daarop prins wordt, alhoewel, het kan carriereplanning zijn.

Ten zesde:
We doen allemaal mee aan de optocht, desnoods als publiek, en we praten dan nog lang na over de prijsuitreiking, want die klopt toch nooit.

Ten zevende:
Onze Residentie “de Wieken” wordt wel uitgebreid, maar voor Carnaval is het toch nog veel te klein.

Ten achtste:
Iedereen is uitgenodigd voor mijn receptie op 2 januari 1982.

Ten negende:
We moeten allemaal lief zijn voor elkaar.

Ten tiende:
Drink rustig een glaasje bier, maar probeer niet allemaal mijn tempo bij te houden.

Ten elfde:
Vier een goed Carnaval onder mijn motto:
” Maskers af, de zorgen aan de kant,
samen de Carnaval door, hand in hand “.

Prins Piet 1 Onderscheiding
Prins Piet 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1982
Onderscheiding Meulenwiekers 1982

1981

Prins Jac 1
Prins Jac 1
1980 – 1981

Wij, Prins Jac de Eerste,
Bij de gratie van de Meulenwiekers, na 10 jaar beraad uitverkoren,
Bewoner van de Stationsstraat,
in vroeger dagen de schrik van de Molenhoek,
Liefhebber van voetballen en Eendrachtig samenwerken,
Heerser over de Maasvallei,
Groothertog van de Mookse Schans tot de Heumense sluis,
Graaf van het Viaduct en het Maldense Veld,
Prins van de hele Molenhoek, zowel van het Limburgse alsook van het Gelderse gedeelte,
Laten aan heel het volk het volgende weten:

Ten eerste:
dat met het voorlezen van deze Proclamatie een einde is gekomen aan het 10-jarig prinsloos tijdperk: eenieder binnen ons Rijk loopt in de toekomst het risico tot Prins gekozen te worden;

Ten tweede:
dat vanaf heden de Meulenwiekers niet meer genoodzaakt zijn een Mookse Prins te ontvoeren, maar vanaf nu als volwaardige gastheren kunnen optreden;

Ten derde:
dat wij als Molenhoekse Môkse alles zullen trachten te doen om de onderlinge verstandhouding tussen de carnavalsverenigingen binnen onze gemeente zo goed mogelijk te laten zijn;

Ten vierde:
dat diegenen, die de komende optocht weer met een namaak Prins komen, geen prijs meer krijgen omdat de wens van vorig jaar volledig in vervulling is gegaan en waardoor de toen toegekende prijs, tot ongekende waarde is gestegen;

Ten vijfde:
dat de taak van de Jeugdprins of -prinses door ons zeer gewaardeerd wordt en dat wij alle mogelijke steun aan hem of haar zullen verlenen;

Ten zesde:
dat wij de Senaat, Raad van Elf en President van de Meulenwiekers bij uitstek geschikt achten om Carnaval in ons Rijk te organiseren;

Ten zevende:
dat wij het gemeentebestuur zeer erkentelijk zijn voor de overvloed aan sportaccomodaties binnen ons Rijk, zodat al mijn onderdanen onbelemmerd iedere tak van sport kunnen uitoefenen;

Ten achtste:
dat wij het daarentegen betreuren dat de Middelweg als slalomparcours aan de skiclub uit Ubbergen beschikbaar zal worden gesteld;

Ten negende: dat wij de plannen in Mook voor een Carnaval-totaal van harte toejuichen en dat wij oprecht hopen dat het resultaat niet “total-loss” zal zijn;

Ten tiende:
dat onder het motto: “schaam ouw nie fur ouw moerstaal” van nou af Môks proaten is toegestaan, zodat darmit geliek un grote handicap fur disse Prins is weggenomen;

Ten elfde:
dat wij bij disse het Carnavalsseizoen 1980-1981 fur geopend verkloare en dat iederin heel veul plezier mag beleve onder ons motto:
” Zet de blumkes maor flink buutte,
maor laot ze niet bevrieze! “

Prins Jac 1 Onderscheiding
Prins Jac 1 Onderscheiding
Onderscheiding Meulenwiekers 1981
Onderscheiding Meulenwiekers 1981